SV | Al die steden waren van de kinderen van Merari, naar hun huisgezinnen, die nog overig waren van de huisgezinnen der Levieten; en hun lot was twaalf steden. |
WLC | כָּל־הֶ֨עָרִ֜ים לִבְנֵ֤י מְרָרִי֙ לְמִשְׁפְּחֹתָ֔ם הַנֹּותָרִ֖ים מִמִּשְׁפְּחֹ֣ות הַלְוִיִּ֑ם וַיְהִי֙ גֹּורָלָ֔ם עָרִ֖ים שְׁתֵּ֥ים עֶשְׂרֵֽה׃ |
Trans. | kāl-he‘ārîm liḇənê mərārî ləmišəpəḥōṯām hannwōṯārîm mimmišəpəḥwōṯ haləwîyim wayəhî gwōrālām ‘ārîm šətêm ‘eśərēh: |
Al die steden waren van de kinderen van Merari, naar hun huisgezinnen, die nog overig waren van de huisgezinnen der Levieten; en hun lot was twaalf steden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Al die steden waren van de kinderen van Merari, naar hun huisgezinnen, die nog overig waren van de huisgezinnen der Levieten; en hun lot was twaalf steden.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!